Het kabinet heeft op Prinsjesdag een aantal maatregelen aangekondigd voor 2020 die de komende maanden nog definitief moeten worden bekrachtigd. Het kabinet wil dat particulieren meer profiteren en dat gaat deels ten koste van ondernemers. Wij zetten een aantal belangrijke maatregelen voor ondernemers op een rij. Ook laten we zien welke effecten er zijn voor een ondernemer met een eigen woning.
De zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren teruggebracht van € 7.280 naar
€ 5.000. De verlaging bedraagt € 250 per jaar (en de laatste stap is € 280). In 2020 bedraagt de zelfstandigenaftrek dus € 7.030.
Tip: Heb je een eenmanszaak of VOF? Afhankelijk van je winst kan het fiscaal wellicht interessant zijn dit om te zetten naar een BV.
Het kabinet verlaagt de vennootschapsbelasting voor winsten tot € 200.000 van 19% in 2019 naar 16,5% in 2020. De bedoeling is dat dit in 2021 verder daalt naar 15%. Voor winsten boven de € 200.000 blijft de vennootschapsbelasting in 2020 op 25% (er staat voor 2021 wel een daling naar 21,70% gepland). Het kabinet had eerder in het regeerakkoord wel een daling toegezegd.
Tip: voor ondernemers met een omzet tot € 200.000 kan het interessant zijn om kosten en voorzieningen naar voren te halen in 2019.
Als je minimaal 5% van de aandelen van een vennootschap hebt dan heb je een aanmerkelijk belang en dit valt in box 2 voor de inkomstenbelasting. Het belastingtarief voor box 2 gaat omhoog van 25% nu naar 26,25% in 2020 (en naar 21,9% in 2021).
Tip: als ondernemer kun je een voorgenomen dividenduitkering het beste nog in 2019 uitvoeren.
Waarschijnlijk komt er dit jaar nog een wetsvoorstel om excessief lenen bij de eigen BV te ontmoedigen, die vanaf 2022 in moet gaan (uitgesloten van deze regeling zijn eigenwoningschulden die bij de eigen vennootschap zijn afgesloten).
Om tegemoet te komen aan verzoeken vanuit het MKB krijgen werkgevers meer ruimte om vergoedingen onbelast aan medewerkers te geven in het kader van de werkkostenregeling.
Nu mag het totale bedrag aan vergoedingen niet hoger zijn dan 1,2% van de loonsom van alle medewerkers, daarboven betaalt de werkgever 80% belasting. In 2020 gaat de vrije ruimte omhoog tot 1,7% van de eerste € 400.000 van de loonsom van alle medewerkers. Daarboven geldt het huidige percentage van 1,2%.
Op 1 januari 2020 treedt de WAB in werking. Doel: stimuleren dat werkgevers werknemers in vaste dienst nemen en flexwerkers meer zekerheid geven op werk en inkomen. Enkele maatregelen:
Ondernemers met een omzet van maximaal € 20.000 kunnen vanaf 1 januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting.
Het kabinet stapt versneld over op twee belastingschijven. Volgend jaar (in plaats van in 2021) zijn er nog twee belastingtarieven:
Op dit moment zijn er feitelijk drie schijven voor belastingplichtigen tot AOW-leeftijd, namelijk
Door de wijziging gaat de belasting iets omhoog over de huidige eerst schijf en vindt een verlaging plaats voor de tweede en derde schijf. Houden we even geen rekening met heffingskortingen, dan zien we dat inkomens tot ongeveer € 40.000 iets meer belasting gaan betalen en daarboven iets minder en vooral de hogere inkomens profiteren van de verlaging van het belastingtarief.
Daar staat tegenover dat door andere maatregelen, zoals de heffingskortingen, juist lagere en middeninkomens weer meer profiteren dan de hogere inkomens. De verwachting is dat per saldo de meeste mensen erop vooruit gaan.
Door de verlaging van het belastingtarief krijgen de midden- en lagere inkomens iets minder hypotheekrenteaftrek (37,35% in plaats van 38,1%). Dit scheelt veelal slechts een paar euro per maand.
Vorig jaar was al aangekondigd dat de maximale hypotheekrenteaftrek voor hoge inkomens met 3% omlaag gaat (in plaats van de huidige 0,5%). Dat betekent dat in 2020 de maximale hypotheekrenteaftrek nog maar 46% zal zijn (tegenover 49% nu).
Voorbeeld: Iemand met een hoog inkomen, een hypotheek van € 400.000 en een rente van 3%, betaalt € 12.000 rente per jaar. In 2020 gaat de netto maandlast met € 30 omhoog. Afhankelijk van de exacte hoogte van het inkomen wordt dit (voor een deel) gecompenseerd door de verlaging van de belastingtarieven.
Het kabinet verlaagt het eigenwoningforfait van 0,65% naar 0,60% voor woningen met een WOZ-waarde tussen € 75.000 en € 1.080.000. Dat komt neer op een daling van ruim 7%. Omdat de stijging van de waarde van woningen waarschijnlijk ook ergens rond die 7% zal liggen, betaal je per saldo ongeveer evenveel eigenwoningforfait.
Het kabinet komt volgend jaar zomer met een plan om de vermogensbelasting vanaf 2021 aan te passen. Spaarders worden daarbij meer ontzien, maar mensen met beleggingen gaan juist meer betalen.
In 2020 blijft de huidige systematiek bestaan. Het heffingsvrije vermogen per belastingplichtige stijgt naar € 30.846 (2019: € 30.360) en voor fiscale partners is dat gezamenlijk € 61.692.
Het kabinet onderzoekt of de overdrachtsbelasting voor starters kan komen te vervallen. Beleggers zouden dan juist een hogere overdrachtsbelasting moeten betalen.